Wraken faillissementsrechter moet berusten op goede gronden

31 december 2021 | Insolventierecht

Ook een rechter die een faillissement uitspreekt kan worden gewraakt. Maar dit wrakingsverzoek kan alleen slagen als de wrakende partij met goede argumenten komt.

In deze zaak verklaarde een rechter-commissaris een besloten vennootschap failliet. De bestuurder van de bv wraakte daarop deze rechter. Dit wrakingsverzoek werd, zoals voorgeschreven, in het openbaar behandeld door een meervoudige kamer. Volgens de vrouw had deze rechter-commissaris aan de curator een machtiging verleend om haar bestuurdersaansprakelijk te stellen en gaf hij toestemming voor het leggen van beslagen die geen schijn van kans hadden. Daarover is zij niet gehoord. Omdat de vrouw gedupeerde is van de toeslagenaffaire, mág er helemaal geen beslag worden gelegd, stelt zij. Verder weigerde de rechter-commissaris de onterechte beslagen door te halen en loog hij over het feit dat brieven van de vrouw niet aankwamen. Tot slot meent zij dat de curator en de rechter-commissaris bevriend zijn, waardoor sprake is van partijdigheid.

Vooringenomenheid

Een rechter wordt geacht onpartijdig te zijn tot het tegendeel vaststaat. Van dat laatste kan sprake zijn indien uit zijn of haar overtuiging of gedrag persoonlijke vooringenomenheid tegenover een procespartij blijkt. Daarnaast kan een procespartij de indruk krijgen dat de rechter vooringenomen is, maar dat speelt geen doorslaggevende rol. Beslissend is of de vrees voor partijdigheid objectief is gerechtvaardigd.

Procesbeslissing

Dat de curator wordt gemachtigd om deze vrouw als bestuurder van de besloten vennootschap aansprakelijk te stellen (en dus conservatoir beslag te leggen), is een procesbeslissing. Procesbeslissingen zijn in beginsel geen grond voor wraking, behalve als dit kan worden gezien als vooringenomenheid van de rechter. Maar dat blijkt nergens uit, aldus de wrakingskamer. Ook dat de vrouw niet door de rechter-commissaris is gehoord, betekent niet dat deze vooringenomen is: een bestuurder van een failliete bv is geen partij bij het verlenen van de machtiging aan de curator. En de ‘ten onrechte’ gelegde beslagen? Dat is zes weken eerder al gebeurd. Nu nog wraken is te laat. Dat de rechter-commissaris zou liegen over brieven die niet aankomen en bevriend zou zijn met de curator (wat de rechter-commissaris heeft ontkend), heeft de vrouw niet hard weten te maken. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen.

ECLI:NL:RBMNE:2021:6371

 

Bron: Rechtbank Midden-Nederland | jurisprudentie | 10-01-2022