Verzoek om kinderalimentatie goed onderbouwen

2 maart 2022 | Personen- en familierecht

Wie na een echtscheiding kinderalimentatie van de andere ouder wil, moet dit goed met berekeningen onderbouwen. Anders kan de rechtbank dit verzoek afwijzen.

Deze zaak is een klassiek voorbeeld van een belangrijke regel in het recht: wie stelt, die moet bewijzen. Dat doet de vrouw in deze zaak niet en zij moet de gevolgen daarvan zelf ondergaan. Na haar scheiding ontstaat er tussen de vrouw en de vader van het kind gedoe over de verdeling van de zorgtaken over hun kind (geboren 2018) en de kinderalimentatie. Er loopt een hulpverleningstraject, maar dat is voortijdig beëindigd. De vrouw is met het kind onverwacht verhuisd, zonder toestemming van de vader, zelfs zonder hem in te lichten.

Terugverhuizen

De verhuizing leidt tot een eerste rechtszaak. Eind december 2021 oordeelt de voorzieningenrechter dat de vrouw samen met het kind binnen tien dagen moet terugverhuizen naar haar oude woonadres. Zij moet de afspraken in de zorgregeling nakomen: het kind is de ene week bij de moeder en de andere week bij de vader. Ook wordt afgesproken dat beiden zich weer melden bij het Kenniscentrum Kind & Echtscheiding van Jeugdhulp Friesland, voor verdere echtscheidingsmediation. De man doet dat, de vrouw niet.

Kinderalimentatie

In een nieuwe procedure eist de man dat de hoofdverblijfplaats van het kind bij hem is, maar dat het kind wel om de week wel bij de moeder kan zijn. In deze procedure vraagt de vrouw om kinderalimentatie, de man wil dat dit verzoek op formele gronden wordt afgewezen: de vrouw heeft zich niet gehouden aan de opdracht die de rechtbank formuleerde. Zij zou uiterlijk zes weken vóór een bepaalde datum haar alimentatieverzoek nader toelichten, samen met een behoefteberekening, een bruto draagkrachtberekening en alle onderliggende papieren. Nu zij niets heeft ingediend, heeft zij niet aan dit verzoek voldaan. De man is daarom van mening dat het verzoek van de vrouw moet worden afgewezen.

Afgewezen

De rechtbank Noord-Nederland gaat daar in mee. Er is niets van de vrouw binnengekomen, ook geen uitstelbericht. Daardoor heeft zij niet voldaan aan haar stelplicht. Ze heeft geen door de man te betalen bedrag aan kinderalimentatie genoemd en de onderbouwing van de behoefte en draagkracht (met onderliggende) stukken ontbreekt. Zo kan de rechtbank niet haar kinderalimentatieverzoek, dat bijzonder algemeen is geformuleerd, beoordelen of een bedrag vaststellen. Haar verzoek wordt dan ook afgewezen.

ECLI:NL:RBNNE:2022:486

Bron: Rechtbank Noord-Nederland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNNE:2022:486 | 01-03-2022