Een schuldeiser vraagt de rechtbank een executeur testamentair failliet te verklaren omdat hij, ook na herhaalde sommaties, meerdere vorderingen niet betaalt. Zonder succes: omdat niet aan de pluraliteitseis wordt voldaan, wijst de rechtbank het verzoek af.
Een man is aangewezen als executeur testamentair in de nalatenschap van een vrouw. Wanneer hij weigert verschillende documenten over de verdeling daarvan over te leggen, wordt hij gedagvaard door de advocaat van een van de betrokken partijen. De executeur wordt door de rechtbank bij mondeling vonnis veroordeeld binnen acht weken de bescheiden alsnog te verstrekken op straffe van een dwangsom van 500 euro per dag, tot een maximum van 100.000 euro. Omdat de man de informatie ook dan niet verstrekt, wordt het maximumbedrag van een ton aan dwangsommen verbeurd. Deze dwangsommen zijn in april 2021 opgeëist, die niet worden betaald.
Verzoek tot faillietverklaring
De verzoeker in de onderhavige procedure stelt dat hij uit hoofde van dwangsommen in totaal 100.936 van de executeur te vorderen heeft. Maar ook na herhaalde sommaties betaalt de executeur niets. Verzoeker stelt dat hij daarnaast nog een gecedeerde vordering heeft van ruim 18.000 euro. Hij dient een verzoek tot faillietverklaring in bij de rechtbank Overijssel met een tweeledige hoofdvordering: een vordering op basis van de verbeurde dwangsommen en een vordering op basis van de akte van cessie.
Opgehouden met betalen
Volgens verzoeker is er sprake van een terugkerend patroon. De executeur testamentair zou facturen onbetaald laten en zich daarna beroepen op verrekening. De cessie is weliswaar niet medegedeeld aan de executeur, maar de man zou wel degelijk bekend zijn met de vordering die in de akte van cessie is genoemd, zo betoogt verzoeker tijdens de rechtszitting. Nu de executeur verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen, is verzoeker bevoegd het faillissement aan te vragen.
Pluraliteitsvereiste
De rechtbank Overijssel oordeelt als volgt. Verzoeker heeft erkend dat hij aan de executeur geen mededeling heeft gedaan van de door hem opgevoerde akte van cessie. Het opmaken van de akte en de mededeling van dit feit zijn beide constitutieve eisen voor de levering. Nu er geen mededeling is gedaan, heeft de levering van de vermeende vordering niet plaatsgevonden. Dit leidt tot de conclusie dat alleen de vordering van de verbeurde dwangsommen resteert.
Pluraliteit van schuldeisers is een voorwaarde voor het uitspreken van een faillissement, zo oordeelt de rechtbank. In deze zaak resteert slechts één vordering. Andere steunvorderingen, waaruit zou blijken dat de executeur heeft opgehouden te betalen, kunnen niet meer opgevoerd kunnen worden omdat ze niet meer bestaan. Het verzoek tot faillietverklaring wordt daarom afgewezen.
ECLI:NL:RBOVE:2022:1573