Strenge eisen aan beëindigen ouderlijk gezag

11 januari 2023 | Personen- en familierecht

Als een getrouwd stel kinderen krijgt, hebben beide ouders het gezag. Dat behouden ze ook na een echtscheiding en ook als de kinderen uit huis worden geplaatst. Voor gezagsbeëindiging gelden strikte criteria.

Drie minderjarige kinderen zijn opgegroeid in een verwaarloosde gezinssituatie. Thuis was het niet veilig en stabiel. De ouders zijn gescheiden. De kinderen zijn onder toezicht gesteld van een instelling voor jeugdzorg en uithuisgeplaatst. Het oudste kind woont in een woonvoorziening, de andere twee bij een pleeggezin. De ouders hebben geen eigen woning meer en ondanks hulpverlening kampen zij met allerlei problemen. Voor de kinderen zorgen is geen optie. Daarom vraagt de Raad voor de Kinderbescherming het gezag van beide ouders te beëindigen en een jeugdinstelling tot voogd te benoemen. Dat geeft duidelijkheid aan de kinderen: ze mogen opgroeien op de plek waar zij nu verblijven. Daar doen ze het allemaal heel goed en ze willen daar zelf graag blijven. Eens per maand hebben ze contact met hun ouders. Die willen niet dat hun gezag wordt beëindigd. Zij willen betrokken blijven bij de kinderen en beslissingen over hen kunnen nemen. Zij hebben zich erbij neergelegd dat de kinderen in de toekomst niet weer bij hen kunnen wonen.

Strenge eisen

Ouderlijk gezag kan op twee manieren worden beëindigd: als de ontwikkeling van een kind ernstig wordt bedreigd en de ouder niet in staat is het kind te verzorgen en op te voeden, en als de ouder het gezag misbruikt. Beëindiging van het ouderlijk gezag is een maatregel die diep ingrijpt in het leven van ouders én kinderen. Daarom stelt de wet strenge eisen aan het toepassen van deze maatregel. Daaraan is in deze zaak niet voldaan, oordeelt de rechtbank Noord-Holland.

Niet schadelijk

Dat de ouders het ouderlijk gezag blijven behouden is niet schadelijk voor de ontwikkeling van de kinderen. Ook nu de kinderen niet meer thuis kunnen wonen hoeft het gezag van de ouders niet te eindigen. Deze ouders willen bij het leven van hun kinderen betrokken blijven en in hun belang beslissingen nemen. Ze stellen zich meewerkend op. Dat een gezagsbeëindiging meer duidelijkheid biedt over het toekomstperspectief van de kinderen is niet gebleken: dat perspectief is voor iedereen duidelijk. De ouders accepteren dat de kinderen elders opgroeien. Dat staat los van het feit wie gezag uitoefent. Er kan nu niet worden gesteld dat de ouders in de toekomst hun verantwoordelijkheid voor de kinderen niet op afstand zouden kunnen uitoefenen. Dan hoeft het ouderlijk gezag niet te worden beëindigd.

ECLI:NL:RBNHO:2022:10886

Bron:Rechtbank Noord-Holland| jurisprudentie| ECLI:NL:RBNHO:2022:10886| 10-01-2023