Schuldenaar houdt zich niet aan afspraken: schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigd

14 maart 2022 | Insolventierecht

Een man met een schuld van ruim negen ton houdt zich niet aan de afspraken van de schuldsaneringsregeling. De bewindvoerder vraagt de rechtbank om de regeling tussentijds te beëindigen.

Het doel van de schuldsaneringsregeling is om een schuldenaar in een problematische situatie de mogelijkheid te bieden na drie jaar met een schone lei te beginnen. Omdat dit betekent dat een groot deel van de schuld dan niet langer opeisbaar zal zijn, staat hier een aantal verplichtingen tegenover. Zo dient de schuldenaar de bewindvoerder te informeren en zijn inkomen boven het vrij te laten bedrag af te dragen aan de boedelrekening. Ook moet hij zich tot het uiterste inspannen om een fulltime baan te vinden. Hij mag bovendien geen bovenmatige nieuwe schulden maken.

Tekortgeschoten in nakoming

Volgens de bewindvoerder schiet de schuldenaar tekort in de nakoming van zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling en daarom is een tussentijdse beëindiging van de regeling nodig. Daarbij wijst de bewindvoerder erop dat twee loonstroken lijken te zijn gemanipuleerd en dat er hierna geen nieuwe inkomensinformatie is verstrekt, waardoor de boedelafdracht geschat moest worden.

Ook heeft de man ten tijde van de toelating tot de regeling verzuimd te melden dat hij zijn speedboot nog niet had verkocht. De boot, die een bedrag van 45.000 euro heeft opgeleverd, lijkt later te zijn gebruikt in een separaat WHOA-akkoord met zijn schuldeisers.

Faillissementsfraude

De bewindvoerder heeft verder geconstateerd dat de crediteurenlijst niet compleet was bij de toelating. Veel schuldeisers hebben geklaagd dat de man niet te goeder trouw is geweest. De bewindvoerder wijst er ook op dat de curator in een faillissement van een bedrijf waarvan de schuldenaar vennoot was aangifte heeft gedaan van faillissementsfraude.

De rechter-commissaris onderschrijft het verzoek van de bewindvoerder, vooral met betrekking tot de feiten en omstandigheden die na toelating bekend zijn geworden. Die zouden namelijk een reden vormen om het verzoek tot toelating af te wijzen.

Herstellen tekortkomingen

Volgens de schuldenaar heeft hij na het verhoor met de rechter-commissaris voldoende informatie verstrekt om de tekortkoming te herstellen. Daarna heeft hij niet meer aan zijn informatieverplichting kunnen voldoen, omdat hij 'is ingestort'. De loonstroken heeft hij geanonimiseerd, omdat hij zich bedreigd voelde door enkele schuldeisers. De opbrengst van de verkoop van de speedboot is gebruikt om een schuldsaneringstraject aan te bieden, maar dit geld is niet gebruikt in zijn WHOA-akkoord, zo stelt hij. Ook zegt hij niet betrokken te zijn geweest bij faillissementsfraude en zou hij alleen te goede trouw reguliere leningsovereenkomsten hebben gesloten.

Ongeloofwaardige verklaringen

De verklaringen van de schuldenaar zijn ongeloofwaardig, zo beslist de rechtbank Rotterdam. Door geen inkomensgegevens te verstrekken handelt de man in strijd met de inlichtingenplicht. Evenmin houdt hij zich aan de afdrachtsverplichting, nu hij vanaf het begin van de schuldsaneringsregeling geen inkomsten aan de boedel heeft afgedragen. Hierdoor is een boedelachterstand van bijna 7.500 euro ontstaan. Ook na toelating tot de regeling is er sprake van weigeringsgronden. Dat de tekortkomingen niet aan de schuldenaar kunnen worden verweten, is onvoldoende aannemelijk geworden. De schuldsaneringsregeling wordt dan ook beëindigd.

ECLI:NL:RBROT:2022:1440

Bron: Rechtbank Rotterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBROT:2022:1440, 21.181 EA | 13-03-2022