Schadevergoeding na ten onrechte verleende forensische zorg

26 oktober 2022 | Personen- en familierecht

Een man moet gedwongen forensische zorg ondergaan, terwijl daar geen juridische grondslag voor is. Moet de Staat de schade die hij heeft geleden vergoeden? En hoeveel dan?

Forensische zorg wordt verleend als iemand een psychische stoornis, een verstandelijke beperking of een verslaving heeft. De zorg kan ook worden opgelegd aan verdachten of daders als voorwaarde bij hun straf, daders die in de gevangenis zitten en verdachten die nog wachten op de uitspraak van de rechter. Forensische zorg kan alleen worden opgelegd nadat de rechtbank een zorgmachtiging heeft verleend, die is voorbereid door de officier van justitie.

Administratieve fout

In deze zaak was de zorgmachtiging verleend voor zes maanden. Toch ontving de man na afloop van die periode nog 172 dagen verplichte zorg. De officier van justitie had om verlenging verzocht en die ook gekregen, maar in een andere procedure was bepaald dat de man door een administratieve fout geen verplichte zorg hoefde te ondergaan.

Schadevergoeding

De man stelt dat hij door het handelen van de officier van justitie en de rechtbank schade heeft geleden. Hij zat al die tijd in de kliniek, zijn bewegingsvrijheid was beperkt. Ook verkeerde hij in die tijd in onzekerheid over de uitkomst van de andere procedure en dus over de rechtmatigheid van de uitspraak van de rechtbank. Hij verloor sociale contacten, zijn persoonlijke levenssfeer raakte aangetast en de verplichte opname had een negatieve impact op de omgang met zijn zoontje. Door de verplichte opname kon hij ook niet werken. Hij eist een immateriële schadevergoeding (€ 19.030) en een materiële schadevergoeding (€ 5.813) in verband met zijn inkomstenverlies.

Dagvergoeding

De Staat erkent dat de man zonder juridische grondslag was opgenomen en dat hij recht heeft op schadevergoeding. Maar minder dan hij eist. Hij zat onder beperkingen, maar dat waren er minder dan bij een opname in een penitentiaire inrichting. Ook kon hij thuis overnachten. De man heeft er traumatische ervaringen aan overgehouden, maar niet duidelijk is wanneer die zijn ontstaan. De rechtbank acht een dagvergoeding van € 75 als genoegdoening voor de geleden immateriële schade billijk. De Staat moet de man € 12.900 (172 dagen x € 75) betalen. De man heeft in totaal 122 dagen niet kunnen werken, zo blijkt uit een nadere berekening. Zijn materiële schade bedraagt € 43,71 per werkdag. In totaal moet de Staat hem ook € 5.332,62 betalen om zijn inkomensverlies te compenseren.

ECLI:NL:RBOBR:2022:4480

 

Bron:Rechtbank Oost-Brabant| jurisprudentie| ECLI:NL:RBOBR:2022:4480| 25-10-2022