Bij het toewijzen van een verzoek tot wijziging van het geslacht op een geboorteakte naar ‘X’ anticipeert de rechtbank Rotterdam op een voorgesteld wetsontwerp. Ze weegt hierbij mee dat de maatschappelijke ontwikkelingen en jurisprudentie sterk in de richting van dit wetsvoorstel gaan.
In een rechtszaak vraagt iemand de rechtbank Rotterdam primair te bepalen dat er op de geboorteakte bij het geslacht ‘het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld’ wordt vermeld, of, subsidiair, dat er ‘X’ wordt ingevuld.
Geen wettelijke grondslag
Op dit moment is er nog geen wettelijke grondslag voor wijziging of verbetering van de geslachtsregistratie in een geboorteakte naar ‘het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld’, een ‘X’ of een andere geslachtsneutrale aanduiding, constateert de rechtbank. Op grond van artikel 1:28b lid 1 van het Burgerlijk Wetboek kan er wel een vermelding van de wijziging van het geslacht aan de geboorteakte worden toegevoegd, naar man of vrouw. Daarnaast kan er op grond van artikel 1:19d lid 1 BW in de geboorteakte worden vermeld dat ‘het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’, als het geslacht van het kind bij geboorte twijfelachtig is. Maar deze wetsbepalingen zien niet op personen die de innerlijke overtuiging hebben dat zij niet tot het vrouwelijke of mannelijke geslacht horen.
Wetsvoorstel
Het is in beginsel aan de wetgever om een voorziening te treffen voor geslachtsneutrale registratie in de geboorteakte. Omdat de rechtspraak sterk in ontwikkeling is en geen eenvormig beeld laat zien, vond de minister van Rechtsbescherming het wenselijk om de verdere ontwikkelingen in de rechtspraak af te wachten voordat er tot eventuele wetswijzigingen wordt overgegaan. Aangezien rechtbanken echter verschillend met het onderwerp omgaan, heeft de rechtbank Den Haag prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad.
Omdat het wetsvoorstel inmiddels aanhangig is, heeft de Hoge Raad het standpunt om nadere ontwikkelingen in de rechtspraak af te wachten losgelaten. Zolang er geen wettelijke regeling is, is het aan de rechter om in elke individuele zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen, of om de beslissing aan te houden, aldus de Hoge Raad in het arrest van 4 maart 2022.
Anticiperend
In de onderhavige individuele zaak ziet de rechtbank Rotterdam dan ook aanleiding om een beslissing te nemen. Zij stelt voorop dat de maatschappelijke ontwikkelingen én de jurisprudentie over dit onderwerp sterk in de richting gaan van het wetsontwerp. Verzoeker stelt dat die zich niet als man of vrouw identificeert en het is diens wens dat de geboorteakte daarmee in overeenstemming wordt gebracht. Voor de rechtbank is dat voldoende om te gelasten dat er een geslachtsneutrale vermelding in de akte komt te staan.
Anticiperend op de wetgeving op dit terrein, die in de niet al te verre toekomst is te verwachten, oordeelt de rechtbank dan ook dat de geboorteakte wordt verbeterd in die zin dat bij vermelding van het geslacht het non-binaire geslacht wordt vermeld, aangeduid met ‘X’. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de voorkeur geeft aan vermelding van ‘X’. Het primaire verzoek wordt daarmee afgewezen en het subsidiaire verzoek wordt toegewezen.
ECLI:NL:RBROT:2022:4326