De Faunabeheereenheid Utrecht heeft van het college van gedeputeerde staten een ontheffing gekregen om voor de duur van het faunabeheerplan gedurende het hele jaar reeën in de provincie te mogen doden. Twee stichtingen voor dierenrechten maken hier bezwaar tegen.
De taak van de Faunabeheereenheid is om in het wild voorkomende populaties te beheren ter voorkoming van schade. De ontheffing is aangevraagd in het belang van de verkeersveiligheid, ter voorkoming van onnodig lijden van zieke dieren en ter voorkoming van schade aan (landbouw)gewassen.
In de afgelopen faunabeheerplanperiode is het aantal verkeersongevallen stabiel gebleven met ongeveer 300 ongevallen per jaar, zo stelt de Faunabeheereenheid. In het faunabeheerplan is een berekening gemaakt waaruit blijkt dat, vanuit maatschappelijk en ecologisch perspectief, een populatie tussen de 1.500 tot 2.200 reeën passend zou zijn. Aangezien de populatie nu met 3.300 reeën groter is dan de streefpopulatie, is afschot nodig.
Lineair verband
Op 6 augustus 2020 is de gevraagde ontheffing aan de Faunabeheereenheid verleend. De stichtingen hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Dit bezwaar is gegrond verklaard, maar alleen voor zover de ontheffing is verleend om schade aan (landbouw)gassen te voorkomen. Tegen dit besluit hebben de stichtingen beroep ingesteld. Volgens hen moet de ontheffing alsnog worden geweigerd. Zij stellen dat er geen lineair verband bestaat tussen de populatiedichtheid van reeën en het aantal verkeersongevallen, zoals ook zou blijken uit het rapport van de Faunabeheereenheid. Zij stellen dat de invloed van andere factoren op het aantal verkeersongevallen veel groter is dan de invloed van het aantal reeën. Het beperken van het reeënaantal door middel van afschot zal volgens hen dan ook niet tot minder verkeersongevallen leiden.
Geen alternatieve oplossingen
De rechtbank Midden-Nederland oordeelt als volgt. Er volgt uit de wet of rechtspraak niet dat een lineair verband tussen de populatiedichtheid en de verkeersveiligheid vereist is: een positieve relatie is voldoende. De Faunabeheereenheid heeft voldoende aangetoond dat er een positief verband is, zo blijkt ook uit het rapport dat is aangedragen door beide partijen. Door de stichtingen is er bovendien ook geen andere bevredigende oplossing aangedragen die het aantal verkeersongevallen met reeën zou kunnen verminderen. Het college en de Faunabeheereenheid hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat afschot van reeën in de provincie Utrecht noodzakelijk is om het aantal verkeersongevallen te beheersen. Het beroep van de stichtingen wordt dan ook ongegrond verklaard.
ECLI:NL:RBMNE:2022:664