Soms is onzeker of een ouder van een minderjarig kind na een vakantie in het buitenland met het kind zal terugkeren naar Nederland, waar de andere ouder woont. Dan kan de rechtbank weigeren voor die reis toestemming te verlenen, die de toestemming van de andere ouder vervangt. Dit gebeurde ook in een zaak van een Filipijnse moeder die met haar dochter familie wilde opzoeken.
Een man en een vrouw hebben een relatie met elkaar gehad. Samen hebben zij een minderjarig kind, waarover ze het gezamenlijk gezag hebben. Het kind, dat naast de Filipijnse ook de Nederlandse nationaliteit heeft, heeft de hoofdverblijfplaats bij de moeder, die de Filipijnse nationaliteit heeft. Zij vraagt de rechtbank Den Haag om, in plaats van de vader, toestemming te verlenen om drie weken met haar dochter naar de Filipijnen te gaan. Ook wil ze dat de vader het Nederlandse paspoort van het kind aan haar geeft, onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000 per dag dat hij dat niet doet. En ze wil vervangende toestemming om voor het kind een Nederlands identiteitsbewijs aan te vragen, als de vader hiervoor geen toestemming geeft.
Geen toestemming van vader
De vrouw is al twee keer met het kind naar de Filipijnen geweest; toen het nog een baby was en daarna nog een keer, maar dat is alweer een paar jaar geleden. Mede door de coronacrisis is het er al vier jaar niet meer van gekomen. Een eerder verzoek om met de dochter naar haar geboorteland te reizen is door de rechtbank afgewezen vanwege de toen geldende quarantainemaatregelen. De moeder wil graag haar familieleden zien en haar dochter opnieuw met hen en haar cultuur kennis laten maken. Maar de vader weigert voor de reis toestemming te geven. Hij is bang dat moeder en kind niet meer terugkomen. Daarvoor geeft hij meerdere redenen. Zo zou zijn ex in het verleden hebben gezegd terug te willen naar haar geboorteland. In Nederland heeft ze een tijdelijk huur- en werkcontract, terwijl ze in de Filipijnen een appartement, stukken grond en een inkomen heeft. Zijn ex zou bovendien al zonder dat hij daarvan wist een Filipijns paspoort hebben aangevraagd en onterecht aangifte hebben gedaan van fraude door hem bij het aanvragen van het gezamenlijk gezag. De vader vindt de Filipijnen ook niet veilig voor zijn kind: de familie van zijn ex woont volgens hem in een gevaarlijke stad en wijk.
Identiteitsontwikkeling
Het kind heeft via de moeder een Filipijnse achtergrond en voor haar identiteitsontwikkeling is het belangrijk dat zij de cultuur van dit land en haar familie daar kan leren kennen, zo stelt de rechtbank allereerst. Een vakantie met haar moeder naar de Filipijnen draagt hieraan bij. Anders dan de vader ziet de rechtbank geen concrete feiten die erop duiden dat een vakantie naar de Filipijnen voor het kind een te groot risico voor de veiligheid meebrengt.
Onvoldoende zekerheid
Maar is het ook voldoende zeker dat de moeder en het kind na de vakantie naar Nederland zullen terugkeren? Nee, oordeelt de rechtbank. Sinds de ouders uit elkaar zijn, is er over en weer sprake van wantrouwen en een bijzonder slechte communicatie. Hierdoor, of uit onwetendheid, lijkt de moeder beslissingen over het kind te nemen zonder de vader daarin te betrekken. De moeder heeft meerdere keren gezegd dat ze met het kind haar leven in de Filipijnen wil gaan opbouwen. Hoewel dit alweer een tijd geleden is en de vrouw dit zei toen zij en de vader uit elkaar gingen, zorgt dit voor onzekerheid bij de man over de terugkeer van zijn kind. Dat de moeder nog niet zo lang in Nederland is en hier nog maar weinig vastigheid heeft, acht de rechtbank ook van belang. Zo heeft ze hier geen familie en vrienden, en een tijdelijk huur- en arbeidscontract en weinig inkomen, terwijl ze in de Filipijnen een appartement heeft en onroerend goed waaruit ze inkomen heeft. Ook heeft zij interesse getoond in de aankoop van onroerend goed in dat land. Meer vastigheid dus.
De rechtbank weegt ook mee dat de Filipijnen niet zijn aangesloten bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980. Zou de moeder het kind daar houden, dan is er voor de vader geen snelle procedure om zijn dochter naar Nederland terug te halen.
Geen vervangende toestemming
De rechtbank wijst het verzoek om vervangende toestemming dan ook af. De moeder mag de dochter niet meenemen naar de Filipijnen. Ook het verzoek om het paspoort van het kind aan haar af te geven wordt afgewezen, nu er geen vervangende toestemming wordt verleend. Verleent de rechtbank wel vervangende toestemming aan de moeder om voor haar kind een Nederlands identiteitsbewijs aan te vragen? Nee, ook dat niet. De vader en moeder vinden allebei dat die identiteitskaart moet worden aangevraagd en de vader geeft hiervoor toestemming, zo is op de zitting gebleken. De moeder heeft ook bevestigd dat ze wil meewerken aan de verlenging van het Nederlandse paspoort van haar dochter. De vader houdt het Nederlandse paspoort van het kind in beheer, de moeder het Nederlandse identiteitsbewijs. Gelet hierop geeft de rechtbank de moeder daarom geen vervangende toestemming om voor haar dochter een Nederlands identiteitsbewijs aan te vragen.