Niet uit schuldsanering gezet door beloftes

22 februari 2022 | Insolventierecht

Wie in de schuldsanering zit, zal moeten werken om zoveel mogelijk schulden af te lossen. Zo niet, dan kan de schuldsaneringsregeling tussentijds worden beëindigd. Tenzij de schuldenaar echt belooft zijn best te doen.

Een bewindvoerder vindt dat de schuldenaar, over wiens vermogen hij het bewind voert, onvoldoende doet om zijn schulden af te lossen. Hij heeft tien maanden lang niet voldaan aan zijn aanvullende sollicitatieverplichting. Hij heeft ook onvoldoende gewerkt. Dat wilde de schuldenaar wel, werpt hij tegen, maar hij werkte in de horeca en die was door corona lange tijd dicht. Verder heeft hij medische problemen en kan hij daardoor niet gemakkelijk bij een andere werkgever aan de slag. Er zijn daarnaast moeilijke persoonlijke omstandigheden, zo heeft hij geen vaste verblijfplaats.

De beschermingsbewindvoerder heeft de achterstand in de afdrachtverplichting, ontstaan door de tekortkoming in de sollicitatieverplichting van tien maanden, geschat op 700 euro. Wel ziet hij mogelijkheden dit bedrag voor het einde van de schuldsaneringsregeling alsnog aan de boedel te doen toekomen. De werkgever van de schuldenaar heeft toegezegd hem voor minimaal 32 uur per week werk te verschaffen, waardoor de tekortkoming in de sollicitatieverplichting niet zal oplopen.

Saneringsgezinde houding

Moet de schuldsanering tussentijds worden beëindigd? Daarover moest de rechtbank Rotterdam onlangs oordelen. De rechtbank waardeert de saneringsgezinde houding van de schuldenaar, en zet dat af tegen de aard en omvang van de tekortkoming en zijn persoonlijke omstandigheden. De schuldenaar zegt toe de 700 euro te compenseren aan de boedel en de beschermingsbewindvoerder zal daarop toezien, al dan niet met gebruikmaking van het vakantiegeld van de schuldenaar.

Ter zitting wordt afgesproken dat de schuldenaar tot het einde van de regeling 32 uur per week gaat werken. Daarmee kan worden voorkomen dat gedurende de regeling nieuwe schulden ontstaan. De rechtbank ziet geen aanleiding om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. Wel is dit de laatste kans voor de man: alle verplichtingen moeten in het vervolg door hem stipt worden nagekomen, om een (tussentijdse) beëindiging van de schuldsaneringsregeling zonder schone lei alsnog te voorkomen.

ECLI:NL:RBROT:2022:1065

Bron: Rechtbank Rotterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBROT:2022:1065 | 21-02-2022