Leaseauto is geen onwrikbare arbeidsvoorwaarde

29 november 2021 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid

Een werknemer kon jarenlang in een leaseauto rijden, totdat het bedrijf waar hij werkte werd overgenomen. Was de leaseauto een vast onderdeel geworden van zijn arbeidsvoorwaarden?

De man is sinds 1985 werkzaam bij een telecombedrijf en rijdt sinds 2005 in een leaseauto van de zaak. Nadat dit bedrijf was overgenomen, moest hij zijn leaseauto inleveren. Omdat hij vindt dat de leaseauto behoort tot de arbeidsvoorwaarden die zijn nieuwe werkgever eenzijdig zou hebben beëindigd, eist hij bij de rechtbank dat hij de auto terugkrijgt. Krijgt hij de auto niet terug, dan wil hij een billijke vergoeding ter compensatie van het verlies ervan tot het einde van zijn dienstverband.

Gerechtvaardigd vertrouwen

Bij de rechtbank Limburg krijgt de werknemer echter geen gelijk. Die stelt dat de leaseauto is verstrekt onder de voorwaarde dat er voldoende zakelijke kilometers worden gereden. Dat de werkgever alleen in 2009 en 2010 heeft gecontroleerd of aan dat criterium is voldaan, betekent nog niet dat bij de man het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de leaseauto een onvoorwaardelijke arbeidsvoorwaarde is geworden. Hij had moeten begrijpen dat aan de verstrekking van de leaseauto op enig moment een einde kon komen. De nieuwe werkgever mocht er best voor kiezen de toekenning van een leaseauto te laten afhangen van de noodzakelijkheid daarvan, en de werknemer voldeed niet aan de (nieuwe) criteria voor het gebruik van die auto.

Compensatie

Ook in hoger beroep verliest de man zijn zaak. Het gerechtshof Den Bosch gaat na hoe de arbeidsvoorwaarden van de oorspronkelijke werkgever naar de nieuwe zijn overgegaan. Daarin stond dat na afloop van het leasecontract wordt bepaald of de werknemer nog steeds in aanmerking komt voor een leaseauto. De nieuwe werkgever formuleerde een nieuw mobiliteitsbeleid, met meer nadruk op het openbaar vervoer. Dat de ondernemingsraad instemde met deze wijziging is voor het hof ook van belang. Verder heeft de werkgever meerdere keren laten weten dat er aan het verstrekken van de leaseauto voorwaarden zijn verbonden. Bij de werknemer kan dus niet het gerechtvaardigde vertrouwen zijn gewekt dat hij de leaseauto ‘voor altijd’ mocht houden. Tot slot heeft de nieuwe werkgever dit verlies prima gecompenseerd: als onderdeel van de nieuwe mobiliteitsregeling ontvangt de man tot oktober 2025 maandelijks een mobiliteitsvergoeding van 800 euro bruto.

ECLI:NL:GHSHE:2021:3082

Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch | jurisprudentie | ECLI:NL:GHSHE:2021:3082 200.278.684_01 | 11-10-2021