Kinderalimentatie wordt preferente vordering

8 november 2022 | Personen- en familierecht

Lang niet altijd krijgen gescheiden ouders de kinderalimentatie waarop zij recht hebben. Als de ouder die moet betalen meerdere schuldeisers heeft, schieten de kinderen er wel eens bij in. De regering wil van de kinderalimentatieschuld een preferente schuld maken. Hiervoor is de Wet preferentie kinderalimentatie in voorbereiding.

Gescheiden ouders die meerdere schuldeisers hebben zijn niet altijd in staat de kinderalimentatie te betalen. Veel schuldeisers, zoals de Belastingdienst en de bank (bij een hypotheekschuld), hebben wettelijk gezien een ‘hogere rang’ en moeten als eerste worden betaald. Hoe groter de totale schuldenlast, des te minder blijft er over voor de betaling van de kinderalimentatie. De regering vindt het in het (financiële) belang van het kind om voorrang toe te kennen aan de verschuldigde kinderalimentatie. Uit onderzoek van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) is gebleken dat dit zal leiden tot meer inbare kinderalimentatie en dus tot meer financiële middelen voor de verzorging en opvoeding van kinderen.

Rechten van het Kind

Het Wetsvoorstel preferentie kinderalimentatie vindt zijn oorsprong in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Daarin staat dat ouders verantwoordelijk zijn voor de levensomstandigheden die nodig zijn voor de ontwikkeling van hun kind. Staten die partij zijn bij dit verdrag, zoals Nederland, moeten alle passende maatregelen nemen om het verhaal te waarborgen van uitkeringen tot onderhoud van het kind door de ouders.

Onderhoudsplicht

In Nederland is de onderhoudsplicht voor kinderen vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Dat geldt ook voor meerderjarige kinderen: ouders zijn verplicht te voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie van hun kinderen tot ze 21 jaar zijn. Een probleem kan ontstaan na een echtscheiding, als de alimentatieplichtige ouder onvoldoende inkomen of vermogen heeft, of juist veel schulden. Kinderalimentatievorderingen zijn nu nog concurrente vorderingen. De wet noemt enkele schuldeisers die zich als eerste mogen verhalen op het vermogen van de schuldenaar. Daarna blijft er voor het kind vaak weinig of niets meer over.

Kostenopslag en beslaglegging

Nu kan het LBIO op verzoek van de alimentatiegerechtigde wel druk zetten op de alimentatieplichtige. Betaalt deze niet, dan kan hij worden gedwongen een kostenopslag te betalen van 15 procent van het alimentatiebedrag. Zet dat geen zoden aan de dijk, dan kan het LBIO op vereenvoudigde wijze beslag leggen op het loon of op andere uitkeringen van de alimentatieplichtige. Maar ook dat is geen garantie dat de kinderalimentatie wordt voldaan.

Eerder geld beschikbaar

Dat moet beter lukken als kinderalimentatievorderingen preferent worden. Daartoe zal artikel 3:288 BW worden aangepast. In de onderdelen a tot en met e staat wie nu preferentie geniet – kosten voor een faillietverklaring, begrafeniskosten en pensioenrechten kunnen al met voorrang op het vermogen worden verhaald. Daar wordt een onderdeel f aan toegevoegd: de kinderalimentatievordering. De alimentatieplichtige ouder zal dan naar verwachting minder lang worden geconfronteerd met de extra kosten die gepaard gaan met de inning van kinderalimentatie. En voor kinderen zal het geld eerder beschikbaar zijn.                                                     

[Wetsvoorstel preferentie kinderalimentatie]

https://www.internetconsultatie.nl/kinderalimentatie/b1

Bron:Tweede Kamer| wetsvoorstel| 07-11-2022