Iedereen wordt geacht de wet te kennen

8 maart 2022 | Bestuursrecht

Een boete omdat een regel is geschonden die je niet kende? Je had de regel móeten kennen, zo oordeelde een kantonrechter over een man die zijn auto te koop aanbood op een plek waar dat niet mocht.

Een man biedt zijn auto, die geparkeerd staat op een weg, te koop aan. Omdat dit op die plaats niet is toegestaan, krijgt hij een boete. Daartegen gaat de man in beroep bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaart. Vervolgens stapt de man naar de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland.

Plaatselijke regelgeving

De kantonrechter constateert dat uit de stukken (met name de verklaring van de verbalisant) blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De man ontkent dat ook niet, maar hij zegt dat hij niet wist dat het niet was toegestaan om op deze plaats zijn auto te koop aan te bieden. Hij heeft geen juridische kennis en van hem mag niet worden verwacht dat hij de Algemene Plaatselijke Verordening van zijn woonplaats had moeten raadplegen. Een waarschuwing was op zijn plaats geweest, vindt hij, niet direct een boete.

Daar is de kantonrechter het niet mee eens. De man had kennis kunnen en daarom ook moeten nemen van de regelgeving van zijn gemeente. Dat hij dit niet heeft gedaan, komt voor zijn rekening en risico.

Waarschuwen

De verbalisant had hem toch kunnen bellen, zo stelt de man. Zijn telefoonnummer stond op het ‘te koop’-briefje dat op de ruit was geplakt. Zo had de verbalisant de man kunnen waarschuwen dat het niet was toegestaan de auto op deze manier te verkopen.

Discretionaire bevoegdheid

De verbalisant heeft voor het opleggen van een boete een zekere discretionaire bevoegdheid, aldus de kantonrechter. Die kan, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, afzien van het opleggen van een boete. Maar van verbalisanten hoeft niet te worden verwacht, nog daargelaten of dat mogelijk zou zijn, dat zij via een telefoonnummer een burger benaderen. In dit geval zijn er, naar het oordeel van de kantonrechter, geen feiten of omstandigheden op grond waarvan de verbalisant had moeten afzien van het opleggen van de boete. De boete is terecht opgelegd.

ECLI:NL:RBNHO:2022:1720

Bron: Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNHO:2022:1720 | 07-03-2022