Een verhuurder wil dat de gemeente handhavend optreedt tegen het gebruik van het pand als muziekschool door een huurder, maar krijgt ook in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geen gelijk. De huurder mag vanuit zijn appartement muziekles blijven geven.
Een huurder geeft vanuit zijn appartement piano- en gitaarles. De lessen worden vooral individueel gegeven, maar ook in groepjes van twee of drie leerlingen, en vinden meestal plaats tussen 13 uur en 21:15 uur. Volgens de eigenaar en verhuurder is het gebruik van het pand als muziekschool in strijd met het bestemmingsplan. Ze vraagt het college van burgemeester en wethouders om handhavend op te treden. Dit verzoek wordt afgewezen en ook het bezwaar van de verhuurder wordt ongegrond verklaard. Zij stelt hoger beroep in.
Dienstverlening
Volgens het college is het geven van muzieklessen op grond van het bestemmingsplan toegestaan, omdat het valt onder de definitie van dienstverlening zoals is opgenomen in een van de artikelen van de planregels. Ook volgens de rechtbank is geen sprake van een overtreding en heeft het college het verzoek om handhavend op te treden terecht afgewezen.
De verhuurder is het hier niet mee eens. Het gaat hier volgens haar niet om een kantoorfunctie, zoals omschreven in de plantoelichting. Een muziekschool valt namelijk onder ‘cultuur, sport en recreatie’. Dit leidt zij af uit een bijlage bij het bestemmingsplan, en ook uit de inschrijving in het handelsregister. Bovendien is geen sprake van beroepsuitoefening, waarvan de rechtbank uitgaat, maar van een commercieel bedrijf. Daarbij wijst ze onder meer op de inschrijving in het handelsregister en de website van de muziekschool.
Letterlijke uitleg
Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat de activiteiten kwalificeren als ‘dienstverlening’ zoals bedoeld in de planregels. Daarbij wijst de Afdeling op eerdere jurisprudentie waaruit volgt dat een planregel omwille van de rechtszekerheid letterlijk moet worden uitgelegd. Uit de tekst in de planregels volgt dat het gaat om economische en maatschappelijke diensten aan derden. Er staat niet in dat het moet gaan om een kantoorfunctie of een daarmee te vergelijken gebruik. Evenmin staat er dat er geen sprake mag zijn van een professioneel en bedrijfsmatig karakter. Omdat de tekst op zichzelf voldoende duidelijk is, komt er geen betekenis toe aan wat over deze planregel in de plantoelichting staat, aldus de Afdeling.
Dat de muziekschool valt onder de categorie ‘cultuur, sport en recreatie’ en dit ook zou volgen uit de inschrijving in het handelsregister, zoals de verhuurder aanvoert, leidt niet tot een ander oordeel. Deze omstandigheden doen er namelijk niet aan af dat, zoals ook door de rechtbank is overwogen, het geven van muziekles in het bespelen van de piano en gitaar kwalificeert als dienstverlening in de zin van de planregels.
Het hoger beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
ECLI:NL:RVS:2022:1611