Homologatie schuldeisersakkoord niet mogelijk als iedereen al heeft ingestemd

25 augustus 2022 | Insolventierecht

Een schuldenaar kan met schuldeisers proberen af te spreken dat ze slechts een deel van hun vordering terugkrijgen. Een rechter kan weigerachtige schuldeisers dwingen daarmee akkoord te gaan en het akkoord daarna ‘homologeren’, dus voor iedereen verbindend verklaren. Maar kan dat ook als alle schuldeisers al vóór het akkoord hebben gestemd?

Een bestuurder staakt zijn bedrijf. Hij biedt de enige twee schuldeisers een akkoord aan. De Belastingdienst is een preferente schuldeiser, aan wie het bedrijf nog 136.000 euro moet betalen. Het UWV is een concurrente schuldeiser die nog 17.000 euro van het bedrijf krijgt. De bestuurder kan beide niet meer dan 51 procent van hun vordering terugbetalen. Daarvoor moet hij wel zijn huis verkopen.

Faillissementskosten

Het akkoord met de schuldeisers biedt volgens de bestuurder een beter perspectief dan een faillissement, omdat de faillissementskosten hoger zullen zijn. Ook zal de woning in een faillissement niet zonder meer hetzelfde opleveren als in de situatie waarin de bestuurder het huis vrijwillig verkoopt. De schuldeisers stemmen in met het akkoord.

WHOA-procedure

Vervolgens vraagt de bestuurder de rechtbank Noord-Nederland om homologatie van het akkoord. De schuldeisers zouden belang hechten aan homologatie. Zo stemde het UWV alleen in als een akkoord volgens een WHOA-procedure (Wet homologatie onderhands akkoord) zou verlopen, maar de uitvoeringsorganisatie gaf ook aan dat homologatie geen vereiste is voor haar instemming als alle andere schuldeisers hebben ingestemd.

Dwangakkoord

De rechtbank wijst erop dat de wetgever met de WHOA heeft beoogd dat partijen zoveel mogelijk zonder tussenkomst van de rechter tot minnelijke akkoorden komen. Een minnelijk akkoord is een overeenkomst tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers. Homologatie komt aan de orde wanneer een of meer schuldeisers niet instemmen met het door de schuldenaar aangeboden akkoord. Homologatie is een rechterlijk oordeel waarmee een onderhands akkoord aan tegenstemmers en niet-stemmers wordt opgelegd, zodat het een dwangakkoord wordt.
In deze zaak hebben alle stemgerechtigden vóór gestemd en zich daarmee aan het akkoord gebonden door het voorstel van de bestuurder te accepteren. Dan is er geen belang meer bij homologatie.

Het zou ook niet passen in het systeem van de wet, aldus de rechtbank, waarbij het primair aan de stemgerechtigde schuldeisers is om zich een oordeel te vormen over het akkoord. Toetsing door de rechter zou dan tot het ongerijmde resultaat kunnen leiden dat alle stemgerechtigde schuldeisers vóór het akkoord hebben gestemd en de rechter het akkoord toch niet homologeert. Omdat de bestuurder geen belang heeft bij het verzoek om homologatie, wordt hij niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI:NL:RBNNE:2022:2582

Bron:Rechtbank Noord-Nederland| jurisprudentie| ECLI:NL:RBNNE:2022:2582| 20-07-2022