Een werknemer stelt dat zijn werkgever hem drie maanden geen salaris heeft betaald. Hij wil het bedrijf failliet laten verklaren. Is dat kansrijk?
Een werknemer stelt dat zijn werkgever hem over augustus, september en oktober 2021 geen salaris heeft betaald. Hij heeft nog 8.432 euro tegoed, heeft hij berekend. Hij dient bij de rechtbank Rotterdam een verzoek in tot het failliet verklaren van zijn werkgever. Dat heeft alleen kans van slagen als er meerdere schuldeisers zijn. Die zijn er: vier collega’s hebben ook al een tijd geen salaris ontvangen. De man zegt belang te hebben bij het faillissement van het bedrijf, nu hij in betalingsproblemen dreigt te komen en de achterstallige salarisbetalingen, vanwege het verstrijken van de bepaalde termijnen, mogelijk niet geheel door het UWV zullen worden overgenomen.
Volgens de werkgever is de werknemer in september ongeoorloofd niet op het werk verschenen: hij had onterecht vakantiedagen opgenomen. Eind september heeft hij zich ziekgemeld. Over die arbeidsongeschiktheid heeft de werkgever zijn twijfels. Niet werken betekent geen salaris. Daar komt bij dat de afwezigheid van de man het bedrijf schade heeft berokkend, vindt de werkgever. Projecten konden niet worden afgerond en klanten bleven weg. Hij stelt een tegenvordering in van 2.500.000 euro op de werknemer.
Opeisbare vordering
De rechtbank oordeelt dat de twijfel over de arbeidsongeschiktheid nergens op is gebaseerd, nu het bedrijf geen bedrijfsarts heeft ingeschakeld. De werknemer had dus een opeisbare vordering op het bedrijf vanaf de datum van zijn ziekmelding: er geldt een wettelijke verplichting tot doorbetaling van (een deel van) het salaris gedurende het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid. Ook vindt de rechtbank het aannemelijk dat de werkgever de werknemer over augustus salaris verschuldigd is. De tegenvordering van de werkgever is volgens de rechtbank niet onderbouwd. Bovendien is verrekening met salaris wettelijk gezien slechts beperkt toegestaan.
Nu er ook steunvorderingen zijn – collega’s eisen ook achterstallig salaris – is voldaan aan de eisen voor faillietverklaring: er zijn vorderingsrechten en er zijn feiten of omstandigheden die aantonen dat het bedrijf in de toestand verkeert waarin het is opgehouden te betalen. Ook heeft de werknemer belang bij de faillietverklaring: hij kan dan op grond van de loongarantieregeling via het UWV mogelijk (een deel van) zijn vordering betaald krijgen. Het verzoek tot faillietverklaring wordt toegewezen.
ECLI:NL:RBROT:2021:11653