Geen planschadevergoeding bij onherroepelijk geworden bestemmingsplan

22 december 2021 | Bestuursrecht

Een pandeigenaar zegt planschade te hebben geleden nu een nieuw bestemmingsplan in werking is getreden. Maar de hoogste bestuursrechter wijst dat af.

Een eigenaar van verschillende panden in Rotterdam vraagt het college van burgemeester en wethouders een tegemoetkoming in de planschade die hij zegt te lijden door de inwerkingtreding van een nieuw bestemmingsplan. Adressen in de buurt hebben in dit bestemmingsplan de functieaanduiding ‘maatschappelijk’ gekregen. De pandeigenaar stelt dat zijn onroerende zaken hierdoor in waarde zijn gedaald.

Geen nadeligere situatie

Het college van B&W laat adviezen opstellen door de Stichting Adviesbureau Onroerende zaken (SAOZ). Daaruit blijkt dat de pandeigenaar planologisch niet in een nadeligere situatie is komen te verkeren, zodat het verzoek om planschadevergoeding wordt afgewezen. De pandeigenaar vindt echter dat het college deze adviezen niet had mogen gebruiken, omdat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de SAOZ-adviseur niet waren geborgd. Deze adviseur zat tijdens de hoorzitting van de bezwaarschriftencommissie naast de vertegenwoordiger van het college en voerde met hem overleg, terwijl de pandeigenaar die gelegenheid niet heeft gekregen. Bovendien heeft de deskundige de situatie ter plaatse laten opnemen, terwijl zij niet gekwalificeerd is om taxaties uit te voeren.

Niet vooringenomen

Zowel de rechtbank Rotterdam als, in hoger beroep, de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State verwerpt wat de pandeigenaar naar voren brengt. Dat de deskundige vanuit praktische overwegingen naast de vertegenwoordiger van het college zat, zegt niets over haar onafhankelijkheid of (on)partijdigheid. Zelfs als zij niet gekwalificeerd is om taxaties te verrichten, betekent dat nog niet dat zij vooringenomen is. Kortom, het college van B&W mocht zijn besluitvorming baseren op de adviezen van de SAOZ.

WOZ-waarde

Volgens de pandeigenaar gaf de SAOZ aan de onder het oude planologische regime geldende bestemming ‘maatschappelijke voorzieningen’ een te ruime uitleg, zodat ook een kinderdagverblijf eronder valt. Maar er golden toen wel beperkingen aan het gebruik van gronden, betoogt hij. Daarmee was ook onder het oude planologische regime een kinderdagverblijf niet toegestaan. En in de buurt van de panden van de man zit een kinderdagverblijf dat voor veel overlast zorgt in de panden die hij in eigendom heeft. Die overlast heeft een waardedrukkend effect, want de WOZ-waarde van het kinderdagverblijf is al verlaagd van 260.000 naar 176.000 euro. Dus ook de panden van de eigenaar zijn minder waard geworden.

Onherroepelijk

Uit documenten die de Afdeling heeft geraadpleegd blijkt dat de planwetgever niet de bedoeling had met het nieuwe bestemmingsplan een wijziging aan te brengen in de bestaande planologische situatie, die het overigens wel mogelijk maakte het kinderdagverblijf te exploiteren. Het vorige bestemmingsplan is allang onherroepelijk geworden. De pandeigenaar kan hier niets meer tegen beginnen. Zijn verzoek wordt afgewezen.

ECLI:NL:RVS:2021:2900

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2021:2900

Bron: Overig | jurisprudentie | 28-12-2021