Een bedrijf mag niet meer stank produceren dan in de omgevingsvergunning staat. Anders kan een forse dwangsom worden opgelegd als prikkel om de regels na te leven.
Een bedrijf verzamelt organische reststoffen en verwerkt deze tot groene energie of biobased producten. De onderneming beschikt over een omgevingsvergunning op grond waarvan een bepaalde hoeveelheid geur mag worden uitgestoten. Het college van gedeputeerde staten constateert echter dat de geuremissie de norm uit de omgevingsvergunning fors overschrijdt, en legt een last onder dwangsom op van 5.000 euro per geconstateerde overtreding, tot een maximum van 10.000 euro. Deze last is inmiddels volgelopen. Als twee jaar later opnieuw milieucontroles worden uitgevoerd, wordt de toegestane geurnorm nog steeds overschreden. Er volgt een nieuwe last onder dwangsom van 250.000 euro per overtreding tot een maximum van vijf ton. De last houdt in dat het bedrijf de overtreding binnen enkele maanden moet beëindigen. Het bedrijf vindt de dwangsom te hoog en de begunstigingstermijn waarbinnen de geurnorm moet worden gehaald te kort, en stapt naar de rechtbank Midden-Nederland.
Begunstigingstermijn
De rechtbank constateert dat er al vier jaar sprake van overtreding van een vergunde geurnorm. Het constant verlengen van de begunstigingstermijn doet afbreuk aan een fundamenteel rechtsbeginsel: de rechtszekerheid van omwonenden die al jaren geuroverlast ervaren en ervan uit mogen gaan dat het bedrijf aan de geurnorm voldoet. Een begunstigingstermijn mag niet langer zijn dan noodzakelijk om de overtreding te kunnen opheffen, maar ook niet korter dan nodig is om aan de last te kunnen voldoen. De begunstigingstermijn van enkele maanden acht de voorzieningenrechter correct: dat is ook binnen het beleidskader van de provincie. Voor het overschrijden van emissie-eisen is er zelfs een standaard begunstigingstermijn van twee weken, dit bedrijf krijgt enkele maanden respijt.
Dwangsom
De opgelegde dwangsom vindt de rechtbank wel te hoog. Van een dwangsom moet een zodanige prikkel uitgaan dat de opgelegde last wordt uitgevoerd zonder dat de dwangsom wordt verbeurd. Het provinciale beleidskader gaat uit van dwangsommen bij geuremissie van bedragen tussen 500 en 50.000 euro. Het college heeft volgens de voorzieningenrechter niet onderbouwd dat een dwangsom van 250.000 euro ineens per overtreding passend is. Het beleidskader biedt wel een afwijkingsmogelijkheid (in geval van recidive), maar deze dwangsom is toch te fors. De voorzieningenrechter bepaalt zelf de hoogte van de dwangsom: 50.000 euro per geconstateerde overtreding met een maximum van 200.000 euro.
ECLI:NL:RBMNE:2022:1616
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2022:1616