De Belastingdienst/Toeslagen moet tijdig beslissen of ouders recht hebben op een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Duurt dat te lang, dan moet een dwangsom aan de ouders worden betaald, die aardig kan oplopen.
In juli 2020 verzoekt een ouder de Belastingdienst/Toeslagen om een herbeoordeling van zijn kinderopvangtoeslag. Dit bestuursorgaan laat weten dat dit niet lukt binnen zes maanden. Ruim een jaar later stelt de ouder de Belastingdienst/Toeslagen in gebreke en hij zegt aanspraak te maken op een dwangsom. Vervolgens stelt de ouder beroep in bij de rechtbank Rotterdam wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek tot herbeoordeling.
Dwangsom
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan niet alleen bezwaar en beroep worden ingesteld tegen een besluit van een bestuursorgaan, maar ook wanneer dat bestuursorgaan niet tijdig een besluit neemt. Bij de rechtbank erkent de Belastingdienst/Toeslagen dat de ouder recht heeft op een dwangsom, omdat niet tijdig is beslist op het verzoek tot herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank stelt daarna de hoogte van de dwangsom vast. Omdat de Belastingdienst/Toeslagen op de dag van de zitting (20 januari 2022) nog steeds niet had beslist op het verzoek tot herbeoordeling en er toen meer dan 42 dagen waren verstreken sinds de ingebrekestelling, bepaalt de rechtbank dat de Belastingdienst/Toeslagen de maximale dwangsom van 1.442 euro aan de ouder moet betalen.
Verlenging
Verder moet de Belastingdienst/Toeslagen alsnog het besluit nemen, in principe binnen twee weken na het verzenden van de uitspraak. Maar het bestuursorgaan wil een verlenging. Er komen veel meer aanvragen dan voorzien binnen voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Die moeten allemaal met grote zorgvuldigheid worden beoordeeld. Verder moet het dossier van de ouder worden samengesteld, waarop een reactie en later een zienswijzeprocedure kunnen volgen. Daarom wordt de beslistermijn vastgesteld op zes weken, vanaf het moment van de zitting. Wordt die termijn weer overschreden, dan moet aan de ouder een dwangsom worden betaald van 100 euro per dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van 15.000 euro. Omdat de Belastingdienst/Toeslagen deze zaak heeft verloren, moet zij ook de rechtsbijstand van de ouder betalen, 759 euro.
ECLI:NL:RBROT:2022:1042