Boetes na niet afsluiten zorgverzekering zijn terecht opgelegd

19 januari 2022 | Bestuursrecht

Een vrouw weigert een zorgverzekering af te sluiten, omdat dit volgens haar een onrechtmatige inbreuk oplevert op haar recht op privéleven. Na een waarschuwing krijgt zij twee boetes opgelegd en wordt ze aangemeld bij een zorgverzekeraar.

De vrouw krijgt in maart 2019 een waarschuwing van het Centraal Administratie Kantoor (CAK), waarin staat dat zij een boete van ruim 400 euro zal krijgen als ze niet binnen drie maanden verzekerd is. Ze geeft hieraan geen gehoor, waarna ze de boete inderdaad krijgt opgelegd in juni. Na drie maanden volgt een boete met hetzelfde bedrag en meldt het CAK haar verplicht aan bij een zorgverzekering, tegen een premie van bijna 140 euro per maand.

De vrouw is het hier niet mee eens en gaat tegen het besluit in beroep. Vroeger had zij wel een zorgverzekering, maar ze heeft deze opgezegd nadat zij door haar in Duitsland gemaakte zorgkosten niet vergoed kreeg. Bovendien vertrouwt zij de zorgverzekeraars niet. Ze zet daarom liever zelf geld opzij om haar zorgkosten te betalen. Volgens de vrouw mag zij als Nederlands burger niet worden "uitgebuit" en zou ze niet gedwongen mogen worden om tegen haar wil een zorgverzekering af te sluiten.

Solidariteit en volksgezondheid

De rechtbank Den Haag gaat hier niet in mee. Hoewel het de vrouw vrij staat om haar bedenkingen te hebben bij de zorgverzekeraars, ontslaat haar dit niet van de wettelijke plicht om een zorgverzekering af te sluiten. Een zorgverzekering is er bovendien ook om mensen te beschermen, omdat onverzekerden vaak niet in staat zijn om de zorgkosten die gepaard gaan met een ernstige ziekte of ongeval zelf te betalen. De rechtbank wijst daarnaast op het belang van de solidariteit die ten grondslag ligt aan het verzekeringsstelsel. Ook acht de rechtbank van belang dat onverzekerden zonder wettelijke verplichting de zorg zouden kunnen mijden, wat een negatief effect kan hebben op de volksgezondheid. Dat de vrouw zich tot nu toe heeft kunnen redden zonder een zorgverzekering, betekent daarom nog niet dat zij zich kan onttrekken aan de plicht om zich te verzekeren, zo oordeelt de rechtbank.

Geen strijd met artikel 8 EVRM

De verzekeringsplicht is volgens de rechtbank niet in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hoewel het respect voor de menselijke vrijheid centraal staat in artikel 8 EVRM, biedt dit wetsartikel in bepaalde omstandigheden ruimte voor inmenging door de overheid. Aangezien de zorgverzekeringsplicht in het belang is van de gezondheidszorg, levert deze plicht geen strijd op met het EVRM. Het beroep van de vrouw is dan ook ongegrond en de boetes zijn terecht opgelegd.

Bron: Rechtbank Den Haag | jurisprudentie | ECLI:NL:RBDHA:2021:14483, SGR 20/1024 | 18-01-2022