Een bewindvoerder laat na leefgeld aan een man te betalen en vraagt te laat bijzondere bijstand aan voor bewindvoeringskosten. Ook laat hij betalingsachterstanden ontstaan bij onder meer de zorgverzekeraar van de man. Die stelt zijn bewindvoerder hiervoor aansprakelijk en eist een materiële en immateriële schadevergoeding.
De man is vanwege zijn lichamelijke of geestelijke toestand onder bewind gesteld. Omdat hij vindt dat zijn bewindvoerder tekortgeschoten is in de vervulling van zijn taken, eist hij bij de rechtbank Noord-Holland vergoeding van door hem geleden materiële en immateriële schade.
Tekortgeschoten
Een bewindvoerder is jegens een rechthebbende aansprakelijk als hij in de zorg van een goed bewindvoerder tekortschiet, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend. De kantonrechter kan dan de schade vaststellen die de rechthebbende door slecht bewind heeft geleden en de bewindvoerder tot het vergoeden daarvan veroordelen.
In deze zaak heeft de bewindvoerder niet betwist dat hij te laat bijzondere bijstand voor bewindvoeringskosten heeft aangevraagd. De gemeente heeft deze kosten daardoor niet vergoed, terwijl de rechthebbende daar wel recht op zou hebben gehad als de bewindvoerder dit wel op tijd had gedaan. De bewindvoerder is hier tekortgeschoten, oordeelt de kantonrechter, maar omdat hij deze schade al heeft vergoed is er voor een materiële schadevergoeding geen plaats meer. Ook is de bewindvoerder in de zorg van een goed bewindvoerder tekortgeschoten nu hij bij meerdere organisaties, waaronder de zorgverzekeraar en energieleverancier van de man, betalingsachterstanden heeft laten ontstaan. Maar ook die schade is inmiddels vergoed, waardoor ook hier geen materiële schadevergoeding meer past.
Immateriële schade
Heeft de man wel recht op vergoeding van immateriële schade? Daarop kan iemand alleen aanspraak maken als er een grondslag is voor aansprakelijkheid van de veroorzaker, zoals een toerekenbare tekortkoming in het geval van deze man. Dan moet er wel aan meerdere voorwaarden zijn voldaan. Zo moet de aansprakelijke persoon het oogmerk hebben gehad dit nadeel toe te brengen en de benadeelde moet lichamelijk letsel hebben opgelopen of in zijn eer of goede naam zijn geschaad of op een andere manier in zijn persoon zijn aangetast.
Ernstige spanningsklachten
Volgens de kantonrechter heeft de man in deze zaak voldoende onderbouwd dat hij psychisch nadeel heeft geleden en dat hij op andere wijze in zijn persoon is aangepast. Het staat namelijk vast dat de bewindvoerder te laat bijzondere bijstand heeft aangevraagd en dat hij een maand lang geen leefgeld heeft uitbetaald en verschillende rekeningen heeft laten liggen, terwijl er voor betaling wel ruimte was of had moeten zijn. Dit heeft bij de man voor veel stress gezorgd, waardoor hij geen twee maar tien uur per week begeleiding nodig had en wekelijks zijn huisarts bezocht en antidepressiva slikte. Zijn spanningsklachten zijn zo ernstig dat ze een aantasting in de persoon opleveren. De man heeft daarom recht op een immateriële schadevergoeding van € 500.