Na de scheiding van zijn vrouw krijgt een man gezondheidsklachten. Hij kan minder werken en de partneralimentatie niet meer betalen. Het gerechtshof moet oordelen of hij onder die alimentatie uit kan.
Na de echtscheiding betaalt de man partneralimentatie van 805 euro per maand. Door indexeringen is dat na enkele jaren opgelopen tot 959 euro. Omdat de man medische klachten heeft, waardoor hij minder is gaan werken, vraagt hij de rechtbank Overijssel, en daarna in hoger beroep het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, om de alimentatie op nihil te stellen of anders te verlagen.
Gezondheidsklachten
De man, nu 60 jaar, voert een hele serie gezondheidsklachten aan. Toen hij 55 jaar was, is hij bij een reorganisatie ontslagen en begon hij noodgedwongen een klusbedrijf. Sollicitaties op andere functies liepen op niets uit. Zijn ontslagvergoeding (bijna 100.000 euro) gebruikte hij voor investeringen in zijn bedrijf, de rest was nodig voor zijn eigen levensonderhoud. Spaargeld heeft hij niet. Hij wil zich laten keuren, om zo aan te tonen dat hij door zijn afnemende gezondheid minder kan werken en verdienen dan voorheen, maar dat is niet gelukt. Omdat hij zzp’er is doen keuringsartsen van het UWV dat niet, en particuliere keuringsdiensten vragen minimaal 3.300 euro, wat hij niet kan betalen. Opgeteld: hij kan de alimentatie niet meer opbrengen.
Wanhoopspoging
De ex-vrouw gaat tegen dit verweer in. Veel medische klachten had de man in het verleden ook al, maar die waren toen nooit een reden om minder te werken. Andere klachten zijn inmiddels al verdwenen, zo weet de vrouw, of ze zijn van milde aard. Haar ex kan kortom wel degelijk gewoon werken. Daarnaast heeft de man geen inzicht gegeven in de wijze waarop hij zijn ontslagvergoeding heeft besteed. Hij onderbouwt niet dat hij de kosten voor een keuringsonderzoek niet kan betalen. Zijn verhaal is, zo zegt de vrouw, een wanhoopspoging om de alimentatie te verlagen.
Draagkracht
Het gerechtshof oordeelt dat degene die zich wil bevrijden van zijn onderhoudsverplichting moet bewijzen dat de financiële draagkracht ontbreekt. De man heeft geen keuringsrapport of arbeidsongeschiktheidsverklaring overlegd. Hij werkt nog steeds 30 uur per week in zijn onderneming. Het lijkt erop dat de man best kan werken. In dat geval hoeft het hof geen arbeidsdeskundige te benoemen, zoals de man heeft gevraagd. Ook heeft de man niet duidelijk gemaakt hoeveel hij verdient en welk bedrag er resteert van zijn ontslagvergoeding. Onduidelijk blijft dan ook in welke mate dit de draagkracht van de man beïnvloedt. Nu het hof niet kan beoordelen of de verdiencapaciteit van de man daadwerkelijk dermate is afgenomen dat hij de partneralimentatie niet langer kan voldoen, blijft het maandbedrag staan op 959 euro.
ECLI:NL:GHARL:2022:3384
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2022:3384