Hoe wordt de partneralimentatie berekend? In deze zaak komt het gerechtshof met een uitgebreid rekenvoorbeeld. Nu betaling van kinderalimentatie voorgaat op partneralimentatie, hoeft de vrouw niets aan de man te betalen.
Nadat een echtpaar is gescheiden, ontstaat er onenigheid over de partneralimentatie die de vrouw aan haar ex-man moet betalen. Bij de echtscheidingsbeschikking is dat bedrag bepaald op € 297 per maand. Later verlaagt de rechtbank dat naar € 91. In hoger beroep heeft het gerechtshof daar nul van gemaakt. De man vraagt de rechtbank Gelderland daarna de beschikking van het hof te wijzigen: hij wil weer € 297 per maand. De man wordt niet-ontvankelijk verklaard en kaart de kwestie vervolgens aan bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Gewijzigde omstandigheden
Volgens de man is zijn situatie veranderd en moet daarom de partneralimentatie weer worden verhoogd. De rechtbank ging eerder uit van verkeerde feiten. Toen was hij lichamelijk niet in staat om te werken, maar hij had nog geen rapportage waaruit dat bleek. Nu is dat rapport er wel. Hij is 100% afgekeurd, kan geen inkomen verwerven en dus niet in zijn behoefte voorzien. Hij heeft dus geen verdiencapaciteit. Door deze wijziging van omstandigheden is hij volgens het hof wel ontvankelijk in zijn verzoek – in tegenstelling tot wat de rechtbank oordeelde.
Redelijke kosten
Veel schiet de man er niet mee op. De reden: de vrouw heeft geen draagkracht om partneralimentatie te betalen. Zij heeft een bruto jaarinkomen van rond de € 24.700, plus 8% vakantiegeld. Rekening houdend met de belastingtarieven, de algemene heffingskorting en de arbeidskorting is haar netto besteedbaar inkomen € 2.365 per maand. Daarop worden de redelijke kosten van levensonderhoud van de vrouw in mindering gebracht: een woonbudget van 30% van het netto besteedbaar inkomen (€ 710) en € 1.175 voor de kosten van levensonderhoud. De draagkrachtruimte bedraagt dan € 480. Hiervan is 60% beschikbaar voor partneralimentatie: € 288.
Kinderalimentatie
De vrouw betaalt al € 215 aan de man als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige dochter, die bij de man haar hoofdverblijfplaats heeft. Ook draagt zij de kosten van het kind voor de tijd die zij bij de vrouw verblijft (om de week). De behoefte van het kind bedraagt maandelijks € 340. Bij een co-ouderschap is een zorgkorting van 35% van toepassing, zodat de verblijfskosten (35% van € 340) € 119 bedragen. Aangezien betaling van kinderalimentatie voorgaat op partneralimentatie heeft de vrouw, na betaling van de kinderalimentatie en na aftrek van de verblijfskosten, geen ruimte om partneralimentatie te betalen.