Schietverenigingen moeten al hun activiteiten goed registreren. Bij de minste twijfel daarover kan het verlof om wapens en munitie te hebben worden ingetrokken. Dat merkte een bestuurslid.
Twee leden van een schietvereniging dienen een aanvraag in om wapens en munitie te krijgen voor de schietsport. Deze aanvraag roept vragen op bij de korpschef, die de schietvereniging vervolgens laat onderzoeken. Uit dit onderzoek blijkt dat er het nodige mis is, waarvoor een bestuurslid verantwoordelijk wordt gehouden.
Veiligheid
Dit bestuurslid heeft verlof om wapens en munitie te hebben voor de schietsport. Zo’n verlof kan worden ingetrokken als er aanwijzingen zijn dat wapens of munitie niet langer aan hem kunnen worden toevertrouwd. Deze aanwijzingen zijn er, volgens de korpschef. Hij vindt de persoonlijke belangen van het bestuurslid bij het behouden van zijn verlof niet opwegen tegen het algemeen belang van de veiligheid van de samenleving. Daarom trekt hij het verlof in. Het bestuurslid gaat in beroep bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, maar die oordeelt hetzelfde als de korpschef.
Geringe twijfel
Het bestuurslid gaat in hoger beroep. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State haalt een hoofdregel aan: zelfs geringe twijfel aan het verantwoord zijn van het verlof is voldoende om dat verlof in te trekken. In deze zaak waren de penningmeester en de secretaris ook beheerders van de wapenhandel. Dergelijke conflicterende commerciële belangen zijn in strijd met de Wet wapens en munitie.
Registers
De Afdeling wijst erop dat de minister van Justitie en Veiligheid een vereniging alleen erkent als die registers bijhoudt voor de aanwezigheid van leden, wapen- en munitie-uitgifte en voor introducés. Deze vereniging had geen introducéregister, andere registers waren onvolledig en onleesbaar ingevuld. Zo stond in de wapen- en munitie-uitgifte nooit de naam van het bestuurslid dat de wapens had uitgegeven, terwijl dat wel had gemoeten. Dit rechtvaardigt het vermoeden dat wapens werden uitgegeven door anderen en dus door onbevoegden. Verder zijn er van 136.450 patronen die in vier jaar door de wapenhandel zijn geleverd slechts 48.415 in het munitie-uitgifteregister verantwoord, 88.035 patronen niet zijn verantwoord. Dat is in strijd met de wettelijke regels. Nu kon hierop geen controle plaatsvinden. Dit is niet slechts een ‘slordigheid’, waarop het bestuurslid zich beroept.
Al deze overtredingen kunnen aan hem worden toegerekend. Er was dus op zijn minst twijfel aan het verantwoord zijn van zijn verlof. De minister was daarom bevoegd om dit in te trekken, ook omdat de overtredingen een ernstige aantasting zijn van de rechtsorde.
ECLI:NL:RVS:2022:1834